Transquinquennal laat in zijn eerste “Club” al wat hoogdringend is en ons nauw aan het hart ligt horen. De uitdaging bestaat erin om in vijf dagen tijd voorstellingen te maken die dan twee dagen te zien zijn. Drie voorstellingen zien zo het licht : “…ou peut-être bien”, naar een tekst van Rudi Bekaert, en twee collectieve stukken : “Le Mouvement perpétuel” en “Chômage”.
“… Ou peut-être bien”
In een bitterzoete of bittergrappige wals houden vier personages cynische dialogen over massaproductie van kip, het groeiende aantal daklozen en de ethnische oorlogen… een meedogenloze getuigenis over de uitdrogingsverschijnselen waarmee de ziel in een stedelijk milieu te kampen krijgt.
“Le Mouvement perpétuel” is gebaseerd op de Recherches sur la sexualité, het onderzoek van André Breton naar seksualiteit in de surrealistische beweging. Aan de hand van de vragenlijst over de verschillende seksuele praktijken stelt Transquinquennal zijn eigen menu samen, en ontmoeten het rauwe en het intieme elkaar.
“Chômage”: kan je een werkloze verkopen ?
De Minister van Arbeid beslist om de arbeidsbemiddelingskantoren te privatiseren en hoopt zo een knuppel in het hoenderhok van de slapbakkende economie te gooien. In de kantoren zelf raken de geesten van het plebs verhit. In een burleske en wanhopige stijl doorspekt met bitterheid, haalt Transquinquennal alle professionele zekerheden één voor één onderuit. Een komedie over de werkloze, de kernspeler in een maatschappij waar de volledige tewerkstelling ten grave werd gedragen.
Pers
Abandonnant pour une fois le dépôt à la commission d'aide aux projets de dossiers où l'on se creuse pour faire entrevoir à quoi pourrait bien ressembler un spectacle qui n'existe pas encore, Transquinquennal pratique aussi dans l'urgence pour ne pas rouiller son expérience et pour parler de choses brûlantes qui perdraient toute leur pertinence si elles devaient souffrir le délai des commissions subventionnantes. L’article complet
31/05/1996, Christelle Prouvost, Le Soir
Ils l'avaient parié, ils l'ont fait ! Parce qu'ils n'avaient pas envie de passer une saison sans rencontrer le public et que les demandes de subventions exigent toujours de longs délais, Transquinquennal a ouvert pour trois semaines son «Club» afin de faire entendre dans l'urgence des choses qui leur tenaient à coeur. En trois semaines, Bernard Breuse, Pierre Sartenaer et Stéphane Olivier ont proposé trois ébauches de spectacles : «... ou peut-être bien» de Rudi Beckaert, «Le Mouvement perpétuel» et «Chômage». L’article complet
18/06/1996, Christelle Prouvost, Le Soir
Foto's
© Stéphane Olivier
↯
© Stéphane Olivier
↯
© Stéphane Olivier
↯
© Stéphane Olivier
↯
Voorstellingen
- 31/05/1996: Ancienne Ecole Vétérinaire, Bruxelles (BE)